Wij geloven dat de Bijbel de wil van God helemaal bevat.
Alles, wat nodig is om te geloven en zalig te worden, staat erin. a
Uitvoerig staat in de Bijbel beschreven hoe we God moeten dienen.
Daarom mag niemand, zelfs geen apostel,
iets verkondingen dat in strijd is met wat de Bijbel ons leert.
Zelfs geen engel uit de hemel, zegt Paulus in Gal. 1:8.
Uit het verbod (Openb. 22:19) om aan de Bijbel iets toe te voegen of af te doen, c
blijkt al dat de Bijbel helemaal volmaakt en in alle opzichten compleet is. d
We mogen ook geen enkel boek, hoe heilig of goed die schrijver ook geweest is,
gelijkstellen aan de Bijbel.
De tradities mogen ook niet op gelijke hoogte staan met de waarheid van God,
want de waarheid van de Bijbel gaat boven alles.
Dit geldt ook voor de mening van de meerderheid van het volk, dingen die sinds mensenheugenis gelden,
zaken die op een kerkelijke vergadering zijn besloten, pauselijke bevelen, het kerkrecht of andere besluiten. e
Want alle mensen zijn uit zichzelf een leugenaar (Ps. 116:11) en zijn lichter dan een zucht.
Daarom verwerpen wij hartgrondig alles wat niet met de Bijbel overeenkomt. f
Dit hebben de apostelen ons geleerd:
'Beproef de geesten of zij uit God zijn' (1 Joh. 4:1) en
'Als iemand bij u komt en deze leer niet brengt, ontvang hem niet in huis'. (2 Joh. 1:10).
Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid, opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust. 2 Timotheüs 3:16-17
Naar deze zaligheid hebben de profeten, die geprofeteerd hebben over de genade die aan u bewezen is, gezocht en gespeurd. Zij onderzochten op welke en wat voor tijd de Geest van Christus, Die in hen was, doelde, toen Hij tevoren getuigde van het lijden dat op Christus komen zou, en ook van de heerlijkheid daarna. Aan hen werd geopenbaard dat zij niet zichzelf, maar ons dienden in de dingen die u nu verkondigd zijn door hen die u het Evangelie verkondigd hebben door de Heilige Geest, Die vanuit de hemel gezonden is; dingen, waarin de engelen begerig zijn zich te verdiepen. 1 Petrus 1:10-12
Waardoor u ook zalig wordt, als u eraan vasthoudt zoals ik het u verkondigd heb, tenzij dat u tevergeefs geloofd hebt. 1 Korinthe 15:2
Ik herinner u eraan hoe ik u, toen ik naar Macedonië reisde, ertoe opgeroepen heb in Efeze te blijven om sommigen te bevelen geen andere leer te onderwijzen. 1 Timotheüs 1:3
Maar zelfs als wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie zouden verkondigen, anders dan wat wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt. Galaten 1:8
U mag aan het woord dat ik u gebied, niets toevoegen en er ook niets van afdoen, opdat u de geboden van de HEERE, uw God, die ik u gebied, in acht neemt. Deuteronomium 4:2
Voeg niets toe aan Zijn woorden, anders zal Hij u straffen, omdat u een leugenaar zou blijken te zijn. Spreuken 30:6
Maar door de hulp die ik van God gekregen heb, sta ik tot op deze dag als een getuige tegenover klein en groot, en zeg ik niets anders dan wat de Profeten en Mozes gezegd hebben dat er gebeuren zou. Handelingen 26:22
Deze dingen nu, broeders, heb ik ter wille van u op mijzelf en Apollos toegepast, met de bedoeling dat u van ons leert niets te bedenken boven wat er geschreven staat, opdat niemand zich ten gunste van de een boven de ander verheft. 1 Korinthe 4:6
Want ik getuig aan ieder die de woorden van de profetie van dit boek hoort: Als iemand iets aan deze dingen toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek geschreven zijn. En als iemand afdoet van de woorden van het boek van deze profetie, zal God zijn deel afdoen van het boek des levens, en van de heilige stad, van de dingen die in dit boek geschreven zijn. Openbaring 22:18-19
De wet van de HEERE is volmaakt, zij bekeert de ziel; de getuigenis van de HEERE is betrouwbaar, zij geeft de eenvoudige wijsheid. Psalmen 19:8
Ik noem u niet meer slaven, want een slaaf weet niet wat zijn heer doet, maar Ik heb u vrienden genoemd, omdat Ik u alles wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, bekendgemaakt heb. Johannes 15:15
Want hij bestreed de Joden krachtig in het openbaar door uit de Schriften te bewijzen dat Jezus de Christus is. Handelingen 18:28
Want ik heb niet nagelaten u heel het raadsbesluit van God te verkondigen. Handelingen 20:27
Want alles wat eertijds geschreven is, is tot onze onderwijzing eerder geschreven, opdat wij in de weg van volharding en vertroosting door de Schriften de hoop zouden behouden. Romeinen 15:4
Maar tevergeefs eren zij Mij door leringen te onderwijzen die geboden van mensen zijn. Want terwijl u het gebod van God nalaat, houdt u zich aan de overlevering van de mensen, zoals het wassen van kannen en bekers; en veel andere dergelijke dingen doet u. En Hij zei tegen hen: U stelt Gods gebod op een mooie manier terzijde om u aan uw overlevering te houden! Markus 7:7-9
Maar Petrus en Johannes antwoordden en zeiden tegen hen: Oordeel zelf of het juist is in Gods ogen, meer naar u te luisteren dan naar God. Handelingen 4:19
Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van de mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus. Kolossenzen 2:8
Zij zijn uit ons midden weggegaan, maar zij waren niet uit ons; want als zij uit ons geweest waren, dan zouden zij bij ons gebleven zijn. Maar het moest openbaar worden dat zij niet allen uit ons zijn. 1 Johannes 2:19
Maar Hij antwoordde en zei tegen hen: Waarom overtreedt ook u het gebod van God door uw overlevering? Mattheüs 15:3
Zie, ik heb u de verordeningen en bepalingen geleerd, zoals de HEERE, mijn God, mij geboden heeft; om zo te handelen in het midden van het land waarin u zult komen om het in bezit te nemen. Neem ze in acht en doe ze; want dat zal uw wijsheid en uw inzicht zijn voor de ogen van de volken, die al deze verordeningen horen zullen en zullen zeggen: Werkelijk, dit grote volk is een wijs en verstandig volk! Deuteronomium 4:5-6
Terug naar de wet en het getuigenis! Als zij niet overeenkomstig dit woord spreken, zal er voor hen geen dageraad zijn. Jesaja 8:20
Want niemand kan een ander fundament leggen dan wat gelegd is, dat is Jezus Christus. 1 Korinthe 3:11
Eén lichaam en één Geest, zoals u ook geroepen bent tot één hoop van uw roeping, één Heere, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, Die boven allen en door allen en in u allen is. Efeze 4:4-6
Dat u niet snel aan het wankelen wordt gebracht of verschrikt, niet door een uiting van de geest, niet door een woord, en ook niet door een brief die van ons afkomstig zou zijn, alsof de dag van Christus al aangebroken zou zijn. 2 Thessalonicenzen 2:2
Blijft u echter bij wat u geleerd hebt en waarvan u verzekerd bent, omdat u weet van wie u het geleerd hebt, en u van jongs af de heilige Schriften kent, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof dat in Christus Jezus is. 2 Timotheüs 3:14-15
Volstrekt niet! Zo echter moet het zijn: God is waarachtig maar ieder mens een leugenaar, zoals geschreven staat: Opdat U gerechtvaardigd wordt wanneer U rechtspreekt, en overwint wanneer U oordeelt. Romeinen 3:4
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010.