Wij geloven dat onze Zaligmaker het sacrament van het Heilig Avondmaal heeft ingesteld
en aan ons als opdracht heeft gegeven. a
Zo voedt en verzorgt Hij de wedergeboren gelovigen,
die in Zijn gezin (de Kerk) zijn opgenomen.
Allen die opnieuw geboren zijn, hebben twee soorten leven in zichzelf. b
Het eerste is lichamelijk en tijdelijk, is er vanaf hun geboorte en geldt voor alle mensen.
Het tweede is geestelijk en hemels en wordt aan hen door de wedergeboorte gegeven,
door het Woord van het evangelie c en de gemeenschap met het lichaam van Christus.
Dit leven geldt niet voor alle mensen, maar wordt alleen aan Gods uitverkorenen gegeven.
Om ons lichamelijke en aardse leven in stand te houden,
heeft God aan iedereen gewoon brood gegeven,
net als Hij het leven aan iedereen heeft gegeven.
Om het geestelijke en hemelse leven van de gelovigen in stand te houden,
heeft God Zijn Zoon gestuurd, het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is. (Joh. 6:51) d
Hij voedt en onderhoudt het geestelijke leven van de gelovigen, e als Hij gegeten wordt.
Dat betekent dat Hij door het geloof toegeëigend en ontvangen wordt. f
Om aan ons dit geestelijke en hemelse Brood uit te beelden,
heeft Christus een aards en zichtbaar brood voorgeschreven als symbool van Zijn lichaam.
Als symbool van Zijn bloed heeft Hij wijn voorgeschreven. g
Zoals wij het sacrament ontvangen,
het in onze handen houden en het proeven met onze mond,
zo zeker ontvangen wij door het geloof h
het echte lichaam en bloed van Christus in onze ziel.
Om zo ons geestelijke leven in stand te houden.
Want zoals onze mond en onze handen ons aardse leven in stand houden,
zo is het geloof de hand en de mond van onze ziel.
Er is geen twijfel over mogelijk dat Jezus Christus
Zijn sacramenten niet voor niets aan ons heeft voorgeschreven.
Alles wat Hij door deze heilige tekens aan ons uitbeeldt, werkt Hij dan ook in ons.
De wijze waarop Hij dit doet, gaat ons verstand te boven.
Net zoals de verborgen werking van de Heilige Geest voor ons niet te begrijpen is. i
Toch vergissen wij ons niet als wij zeggen dat wat door ons gegeten en gedronken wordt,
het eigen en natuurlijke lichaam en bloed van Christus is.
Maar de wijze waarop wij deze nuttigen is niet met onze mond, maar geestelijk door het geloof.
Want Jezus Christus blijft zitten aan de rechterhand van Zijn Vader, in de hemel. j
Toch deelt Hij Zichzelf aan ons mee door het geloof.
Het Heilig Avondmaal is een geestelijke maaltijd
waarbij Christus ons deel geeft aan Zichzelf en aan al Zijn gaven.
Ook laat Hij ons genieten van Zichzelf
en van alles wat Hij door Zijn lijden en sterven verdiend heeft. k
Hij voedt, versterkt en troost onze arme, verslagen ziel door het eten van Zijn lichaam.
Hij verfrist en vrolijkt onze ziel op door het drinken van Zijn bloed.
Hoewel het Heilig Avondmaal een teken is van de gemeenschap met Christus,
gelden niet beide zaken voor iedereen. l
De goddelozen en mensen die niet echt geloven delen niet in de essentie van het sacrament, maar nemen wel deel het Avondmaal tot hun veroordeling.
Zoals Judas en Simon de tovenaar, die wel deelnamen aan het sacrament,
maar niet aan Christus, die centraal staat bij het Avondmaal. m
Hij wordt alleen het deel van de gelovigen. n
Wij nemen met nederigheid en eerbied deel aan het Heilig Avondmaal,
dat plaats vindt in de christelijke gemeente. o
Dankbaar gedenken wij samen de dood van Christus, onze Zaligmaker.
Ook doen wij belijdenis van ons geloof en van de christelijke godsdienst. p
Niemand mag deelnemen aan het avondmaal,
zonder dat hij zichzelf eerst op de juiste wijze beproefd heeft.
Zodat hij niet tot zijn eigen oordeel eet en drinkt (1 Kor. 11: 28,29)
als hij eet van het brood en drinkt uit de drinkbeker.
Kortom, wij worden door deelname aan het Heilig Avondmaal
opgewekt tot vurige liefde ten aanzien van God en onze naaste.
Daarom verwerpen wij als ontheiliging van de sacramenten
alle verwarrende ideeën en vervloekte verzinsels,
die mensen erin aangebracht en ermee vermengd hebben.
Wij vinden dat men tevreden moet zijn met wat Christus en Zijn apostelen ons hierover geleerd hebben
en dat we erover moeten spreken, zoals zij hierover gesproken hebben.
En terwijl zij aten, nam Jezus het brood en toen Hij het gezegend had, brak Hij het en gaf het aan de discipelen en Hij zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam. Hij nam ook de drinkbeker en nadat Hij gedankt had, gaf Hij hun die, en zei: Drink allen daaruit, want dit is Mijn bloed, het bloed van het nieuwe verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden. MattheĆ¼s 26:26-28
En terwijl zij aten, nam Jezus brood en toen Hij het gezegend had, brak Hij het en gaf het hun en zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam. En Hij nam de drinkbeker en nadat Hij gedankt had, gaf Hij hun die en zij dronken er allen uit. En Hij zei tegen hen: Dit is Mijn bloed, het bloed van het nieuwe testament, dat voor velen vergoten wordt. Markus 14:22-24
En Hij nam brood en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en gaf het aan hen met de woorden: Dit is Mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis. Evenzo nam Hij ook de drinkbeker na het gebruiken van de maaltijd en zei: Deze drinkbeker is het nieuwe testament in Mijn bloed, dat voor u vergoten wordt. Lukas 22:19-20
Want ik heb van de Heere ontvangen, wat ik u ook heb overgeleverd, dat de Heere Jezus in de nacht waarin Hij werd verraden, brood nam, en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en zei: Neem, eet, dit is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis. Evenzo nam Hij ook de drinkbeker, na het gebruiken van de maaltijd, en zei: Deze drinkbeker is het nieuwe testament in Mijn bloed. Doe dat, zo dikwijls als u die drinkt, tot Mijn gedachtenis. Want zo dikwijls als u dit brood eet en deze drinkbeker drinkt, verkondig de dood van de Heere, totdat Hij komt. 1 Korinthe 11:23-26
Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan. Wat uit het vlees geboren is, is vlees; en wat uit de Geest geboren is, is geest. Johannes 3:5-6
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: De tijd komt en is nu dat de doden de stem van de Zoon van God zullen horen, en dat wie hem horen, zullen leven. Johannes 5:25
Ik ben het Brood des levens. Uw vaderen hebben het manna gegeten in de woestijn en zij zijn gestorven. Dit is het brood dat uit de hemel neerdaalt, opdat de mens daarvan eet en niet sterft. Ik ben het levende brood, dat uit de hemel neergedaald is; als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid. En het brood dat Ik geven zal, is Mijn vlees, dat Ik geven zal voor het leven van de wereld. Johannes 6:48-51
De Geest is het Die levend maakt, het vlees heeft geen enkel nut. De woorden die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven. Johannes 6:63
De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en verloren te laten gaan; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben. Johannes 10:10
En dit is de wil van Hem Die Mij gezonden heeft, dat ieder die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven heeft, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. Johannes 6:40
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, heeft eeuwig leven. Johannes 6:47
Want Mijn vlees is het ware voedsel en Mijn bloed is de ware drank. Johannes 6:55
De drinkbeker der dankzegging, die wij met dankzegging zegenen, is die niet de gemeenschap met het bloed van Christus? Het brood dat wij breken, is dat niet de gemeenschap met het lichaam van Christus? 1 Korinthe 10:16
Opdat Christus door het geloof in uw harten woont en u in de liefde geworteld en gefundeerd bent. Efeze 3:17
De wind waait waarheen hij wil en u hoort zijn geluid, maar u weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat; zo is het met iedereen die uit de Geest geboren is. Johannes 3:8
De Heere dan is, nadat Hij tot hen gesproken had, opgenomen in de hemel en heeft Zich gezet aan de rechterhand van God. Markus 16:19
Hem moet de hemel ontvangen tot de tijden waarin alle dingen worden hersteld, waarover God gesproken heeft bij monde van al Zijn heilige profeten door de eeuwen heen. Handelingen 3:21
Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken? Romeinen 8:32
En allen hetzelfde geestelijke voedsel gegeten hebben, en allen dezelfde geestelijke drank gedronken hebben. Zij dronken namelijk uit een geestelijke rots, die hen volgde; en die rots was Christus. 1 Korinthe 10:3-4
Maar de natuurlijke mens neemt de dingen van de Geest van God niet aan, want ze zijn dwaasheid voor hem. Hij kan ze ook niet leren kennen, omdat ze geestelijk beoordeeld worden. 1 Korinthe 2:14
Maar zie, de hand van wie Mij verraadt, is met Mij aan de tafel. En de Zoon des mensen gaat wel heen zoals bepaald is, maar wee die mens door wie Hij verraden wordt. Lukas 22:21-22
En Simon geloofde zelf ook en nadat hij gedoopt was, bleef hij voortdurend bij Filippus; en toen hij de tekenen en grote krachten zag die er gebeurden, stond hij versteld. Handelingen 8:13
U hebt part noch deel aan deze zaak, want uw hart is niet oprecht voor God. Handelingen 8:21
En allen hetzelfde geestelijke voedsel gegeten hebben, en allen dezelfde geestelijke drank gedronken hebben. Zij dronken namelijk uit een geestelijke rots, die hen volgde; en die rots was Christus. 1 Korinthe 10:3-4
Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem. Johannes 3:36
En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden. Handelingen 2:42
En op de eerste dag van de week, toen de discipelen bijeengekomen waren om brood te breken, sprak Paulus hen toe, omdat hij de volgende dag wilde vertrekken; en hij liet zijn toespraak voortduren tot middernacht. Handelingen 20:7
En zij bleven dagelijks eensgezind in de tempel bijeenkomen, en terwijl zij van huis tot huis brood braken, namen zij gezamenlijk voedsel tot zich, met vreugde en in eenvoud van hart. Handelingen 2:46
Want zo dikwijls als u dit brood eet en deze drinkbeker drinkt, verkondig de dood van de Heere, totdat Hij komt. 1 Korinthe 11:26
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010.