Regels die door de ambtsdragers in de kerk worden opgesteld
zijn nuttig en goed om de organisatie van de kerk te handhaven.
Toch geloven wij dat zij ervoor moeten oppassen om met die regels
af te wijken van wat Christus, onze enige Meester, ons geboden heeft. a
Daarom verwerpen wij alle menselijke ingevingen en wetten om God te dienen,
die op wat voor wijze dan ook, daardoor dwang uitoefenen over ons geweten. b
Wij aanvaarden alleen regels die de saamhorigheid, eenheid
en de gehoorzaamheid aan God versterken of in stand houden. c
Om de orde te handhaven is ook de christelijke ban nodig in de kerk,
met alles wat daarbij behoort. d
Maar voor het geval dat ik langer wegblijf, weet u nu hoe men zich moet gedragen in het huis van God, dat is de gemeente van de levende God, zuil en fundament van de waarheid. 1 Timotheüs 3:15
Maar zoals God aan ieder heeft toebedeeld, zoals de Heere ieder geroepen heeft, zó moet hij wandelen. En zo schrijf ik het in alle gemeenten voor. 1 Korinthe 7:17
De Heere zei: Omdat dit volk tot Mij nadert met zijn mond en zij Mij eren met hun lippen, maar hun hart ver van Mij houden, en hun vrees voor Mij slechts een aangeleerd gebod van mensen is. Jesaja 29:13
Maar tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen onderwijzen die geboden van mensen zijn. Mattheüs 15:9
Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een juk van slavernij belasten. Galaten 5:1
Want God is geen God van wanorde, maar van vrede, zoals in alle gemeenten van de heiligen. 1 Korinthe 14:33
En Ik zal u de sleutels van het Koninkrijk der hemelen geven; en wat u bindt op de aarde, zal in de hemelen gebonden zijn; en wat u ontbindt op de aarde, zal in de hemelen ontbonden zijn. Mattheüs 16:19
Maar als uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga naar hem toe en wijs hem terecht tussen u en hem alleen; als hij naar u luistert, hebt u uw broeder gewonnen. Maar als hij niet naar u luistert, neem er dan nog een of twee met u mee, opdat in de mond van twee of drie getuigen elk woord vaststaat. Als hij niet naar hen luistert, zeg het dan tegen de gemeente. En als hij ook niet naar de gemeente luistert, laat hij dan voor u als de heiden en de tollenaar zijn. Voorwaar, Ik zeg u: Alles wat u op de aarde bindt, zal in de hemel gebonden zijn; en alles wat u op de aarde ontbindt, zal in de hemel ontbonden zijn. Mattheüs 18:15-18
En ik roep u ertoe op, broeders, hen in het oog te houden die onenigheden teweegbrengen en struikelblokken opwerpen tegen het onderricht dat u hebt ontvangen, en keer u van hen af. Romeinen 16:17
Maar hen die buiten zijn, oordeelt God. En doe de kwaaddoener uit uw midden weg. 1 Korinthe 5:13
Tot hen behoren Hymeneüs en Alexander, die ik aan de satan overgegeven heb, opdat zij zouden leren niet meer te lasteren. 1 Timotheüs 1:20
Als iemand niet gehoorzaam is aan ons woord door middel van deze brief, maak hem als zodanig bekend en laat u niet met hem in, opdat hij tot inkeer komt. En beschouw hem niet als een vijand, maar wijs hem terecht als een broeder. 2 Thessalonicenzen 3:14-15
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010.