Artikel 27 De universele christelijke kerk

Wij geloven dat er één algemene, universele Kerk is. a
Dit is een heilige gemeente en samenkomst van alle ware gelovigen, b
die al hun zaligheid verwachten van Jezus Christus. c
Zij zijn gewassen door Zijn bloed,
geheiligd en verzegeld met de Heilige Geest. d

Deze Kerk is er geweest vanaf het begin van de wereld en zal er zijn tot het einde toe.
Want Christus is een eeuwige Koning, die niet zonder onderdanen kan zijn. e
Deze heilige Kerk is soms een periode maar heel klein,
of het lijkt zelfs dat de Kerk verdwenen is. g
Toch wordt de Kerk door God staande gehouden tegen het woeden van de hele wereld. f
Bijvoorbeeld tijdens de gevaarlijke tijd onder koning Achab.
Toen heeft de Heere zevenduizend mensen ervoor bewaard,
dat zij hun knieën niet bogen voor de afgod Baäl. h
Ook is Gods Kerk niet gevestigd in of beperkt tot een bepaalde plaats,
of gebonden aan bepaalde personen.
Zij is verspreid en verstrooid over de gehele wereld. i
Toch vormt zij door de kracht van het geloof een eenheid
in hart en wil en in één en dezelfde Geest. j

Bewijsteksten

a

En in uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, omdat u Mijn stem gehoorzaam geweest bent. Genesis 22:18

Hij zei: Het is te gering dat U voor Mij een Knecht zou zijn om op te richten de stammen van Jakob en om hen die van Israël gespaard werden, terug te brengen. Ik heb U ook gegeven tot een Licht voor de heidenvolken, om Mijn heil te zijn tot aan het einde der aarde. Jesaja 49:6

En bij Zijn komst heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd aan u die veraf was, en aan hen die dichtbij waren. Want door Hem hebben wij beiden door één Geest de toegang tot de Vader. Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God. Efeze 2:17-19

b

Halleluja! Ik zal de HEERE loven met heel mijn hart, in de kring van de oprechten en in hun gemeenschap. Psalmen 111:1

Ik ben de goede Herder en Ik ken de Mijnen en word door de Mijnen gekend. Johannes 10:14

Ik heb nog andere schapen, die niet van deze schaapskooi zijn; ook die moet Ik binnenbrengen, en zij zullen Mijn stem horen en het zal worden één kudde en één Herder. Johannes 10:16

En u te beijveren om de eenheid van de Geest te bewaren door de band van de vrede: één lichaam en één Geest, zoals u ook geroepen bent tot één hoop van uw roeping, één Heere, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, Die boven allen en door allen en in u allen is. Efeze 4:3-6

Maar u bent genaderd tot de berg Sion en tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen, tot een feestelijke vergadering en de gemeente van de eerstgeborenen, die in de hemelen opgeschreven zijn, en tot God, de Rechter over allen, en tot de geesten van de rechtvaardigen, die tot volmaaktheid zijn gekomen. Hebreeën 12:22-23

c

Het zal geschieden dat ieder die de Naam van de HEERE zal aanroepen, behouden zal worden. Want op de berg Sion en in Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HEERE gezegd heeft, namelijk bij hen die ontkomen zijn, die de HEERE roepen zal. Joël 2:32

En het zal zo zijn dat ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zalig zal worden. Handelingen 2:21

d

In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte. Efeze 1:13

En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing. Efeze 4:30

e

Uw huis en uw koningschap zullen voor uw ogen voor eeuwig vaststaan, uw troon zal voor eeuwig zeker zijn. 2 Samuël 7:16

Zijn nageslacht zal voor eeuwig blijven, zijn troon zal vóór Mij zijn, vast als de zon. Psalmen 89:37

De HEERE heeft gezworen en Hij zal er geen berouw van hebben: U bent Priester voor eeuwig, naar de ordening van Melchizedek. Psalmen 110:4

En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Mattheüs 28:18

En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen. Mattheüs 28:20

Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven. Lukas 1:32

f

God is in haar midden, zij zal niet wankelen; God zal haar helpen bij het aanbreken van de morgen. Psalmen 46:6

En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen. Mattheüs 16:18

g

Als de HEERE van de legermachten ons niet een gering aantal ontkomenen had overgelaten, als Sodom zouden wij geworden zijn; wij zouden Gomorra gelijk geworden zijn. Jesaja 1:9

namelijk aan hen die voorheen ongehoorzaam waren, toen God in Zijn geduld nog eenmaal wachtte in de dagen van Noach, terwijl de ark gebouwd werd, waarin weinige – dat is acht – mensen behouden werden door het water heen. 1 Petrus 3:20

En wanneer zij hun getuigenis volbracht hebben, zal het beest dat uit de afgrond opkomt, oorlog met hen voeren en het zal hen overwinnen en hen doden. Openbaring 11:7

h

Maar Ik zal er in Israël zevenduizend overlaten, allen die de knieën niet gebogen hebben voor de Baäl, en allen van wie de mond hem niet gekust heeft. 1 Koningen 19:18

Maar wat zegt het Goddelijk antwoord tegen hem? Ik heb voor Mijzelf nog zevenduizend mannen overgelaten, die de knie voor het beeld van Baäl niet gebogen hebben. Romeinen 11:4

i

Maar u mag zich geen rabbi laten noemen, want Eén is uw Meester, namelijk Christus; en u bent allen broeders. Mattheüs 23:8

Jezus zei tegen haar: Vrouw, geloof Mij, de tijd komt dat u niet op deze berg, en ook niet in Jeruzalem de Vader zult aanbidden. U aanbidt wat u niet weet; wij aanbidden wat wij weten, want de zaligheid is uit de Joden. Maar de tijd komt en is er nu, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid, want de Vader zoekt wie Hem zo aanbidden. Johannes 4:21-23

Er is immers geen enkel onderscheid tussen Jood en Griek. Want Een en dezelfde is Heere van allen en Hij is rijk voor allen die Hem aanroepen. Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden. Romeinen 10:12-13

En men zal niet zeggen: Zie hier of zie daar, want, zie, het Koninkrijk van God is binnen in u. Lukas 17:21

j

Ik ben een metgezel van allen die U vrezen en die Uw bevelen in acht nemen. Psalmen 119:63

En de menigte van hen die geloofden, was een van hart en een van ziel; en niemand zei dat iets van wat hij bezat, van hemzelf was, maar alles hadden zij gemeenschappelijk. Handelingen 4:32

één lichaam en één Geest, zoals u ook geroepen bent tot één hoop van uw roeping. Efeze 4:4

hedendaags
HSV
onder tekst
17
leermodusleren