Wij geloven dat onze zaligheid zich bevindt
in de vergeving van onze zonden, vanwege Jezus Christus.
Christus is onze rechtvaardigheid voor God. a
David en Paulus leren ons dit als zij in de Bijbel verklaren dat:
de mens zalig is, aan wie God de gerechtigheid toerekent, zonder werken (Ps. 32:2; Rom. 4:6)
Paulus zegt ook dat wij om niet (dus door Zijn genade) gerechtvaardigd zijn,
door de verlossing die in Christus Jezus is. (Rom. 3:24) b
Daarom houden wij dit fundament altijd vast
en geven we alle eer aan God, c terwijl wij onszelf vernederen.
Wij belijden wat voor mensen wij zijn en
we verwachten niets van onszelf of van onze goede daden. d
We steunen alleen op de gehoorzaamheid van de gekruisigde Christus en rusten daarin. e
Zijn gehoorzaamheid is onze gehoorzaamheid, als wij in Hem geloven. f
Zijn gehoorzaamheid is voldoende om al onze zonden te bedekken.
Het bevrijdt het geweten van angst, verbazing en ontzetting
en geeft vrijmoedigheid om naar God toe te gaan.
In tegenstelling tot Adam, die bang was
en zich met vijgenboombladeren wilde verstoppen voor God. g
Als wij voor God moesten verschijnen en wij zouden het maar een klein beetje
van onszelf of van een ander schepsel verwachten, dan zouden wij vergaan. h
Daarom moet iedereen, net zoals David, belijden:
HEERE, ga niet in het gericht met Uw dienaar,
want niemand die leeft, is voor Uw aangezicht rechtvaardig. (Ps. 143:2)
Mijn lieve kinderen, ik schrijf u deze dingen, opdat u niet zondigt. En als iemand gezondigd heeft: wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de Rechtvaardige. 1 Johannes 2:1
En dit alles is uit God, Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft. God was het namelijk Die in Christus de wereld met Zichzelf verzoende, en aan hen hun overtredingen niet toerekende; en Hij heeft het woord van de verzoening in ons gelegd. 2 Korinthe 5:18-19
Want zoals door de ongehoorzaamheid van de ene mens velen als zondaars aangemerkt worden, zo zullen ook door de gehoorzaamheid van de Ene velen als rechtvaardigen aangemerkt worden. Romeinen 5:19
Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God. Efeze 2:8
Hij heeft Zich gegeven als een losprijs voor allen. Dit is het getuigenis op de door God bestemde tijd. 1 Timotheüs 2:6
Niet ons, HEERE, niet ons, maar geef Uw Naam eer, om Uw goedertierenheid, om Uw trouw. Psalmen 115:1
En zij riepen met een luide stem: De zaligheid is van onze God, Die op de troon zit, en van het Lam! En alle engelen stonden rondom de troon, de ouderlingen en de vier dieren. Zij wierpen zich vóór de troon neer met hun gezicht ter aarde en aanbaden God, en zeiden: Amen. De lofprijzing, de heerlijkheid, de wijsheid, de dankzegging, de eer, de kracht en de sterkte is aan onze God tot in alle eeuwigheid. Amen. Openbaring 7:10-12
Want ik ben mij van niets bewust, maar daardoor ben ik nog niet gerechtvaardigd. Wie mij echter beoordeelt, is de Heere. 1 Korinthe 4:4
Want wie de hele wet in acht neemt, maar op één punt struikelt, die is schuldig geworden aan alle geboden. Jakobus 2:10
En de zaligheid is in geen ander, want er is onder de hemel geen andere Naam onder de mensen gegeven waardoor wij zalig moeten worden. Handelingen 4:12
Langs een nieuwe en levende weg, die Hij voor ons heeft ingewijd door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees. Hebreeën 10:20
Nu is het niet alleen ter wille van hem geschreven dat het hem toegerekend is, maar ook ter wille van ons, aan wie het zal worden toegerekend, aan ons namelijk die geloven in Hem Die Jezus, onze Heere, uit de doden opgewekt heeft, Die om onze overtredingen is overgeleverd, en opgewekt om onze rechtvaardiging. Romeinen 4:23-25
Toen werden de ogen van beiden geopend en zij merkten dat zij naakt waren. Zij vlochten vijgenbladeren samen en maakten voor zichzelf schorten. Genesis 3:7
Op die dag zult u niet beschaamd zijn over al uw daden waarmee u tegen Mij in opstand kwam, want dan zal Ik hen uit uw midden wegdoen die uitgelaten zijn over uw hoogmoed. Voortaan zult u zich niet meer verheffen omwille van Mijn heilige berg. Zefanja 3:11
Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip. Hebreeën 4:16
Hierin is de liefde bij ons volmaakt geworden, opdat wij vrijmoedigheid mogen hebben op de dag van het oordeel. Want zoals Hij is, zijn ook wij in deze wereld. Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees uit. De vrees houdt immers straf in, en wie vreest, is niet volmaakt in de liefde. Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft. 1 Johannes 4:17-19
Als ik toch niet had geloofd dat ik de goedheid van de HEERE zou zien in het land van de levenden, ik was vergaan. Psalmen 27:13
En Hij zei tegen hen: U bent het die uzelf rechtvaardigt voor de mensen, maar God kent uw hart. Want wat hoog is onder de mensen, is een gruwel voor God. Lukas 16:15
Hoewel ik reden heb om ook op het vlees te vertrouwen; als iemand anders denkt te kunnen vertrouwen op het vlees, ik nog meer: besneden op de achtste dag, uit het geslacht van Israël, van de stam Benjamin, een Hebreeër uit de Hebreeën, wat de wet betreft een Farizeeër, wat ijver betreft een vervolger van de gemeente, wat de rechtvaardigheid betreft die in de wet is, onberispelijk. Maar wat voor mij winst was, dat heb ik om Christus' wil als schade beschouwd. Ja, beslist, ik beschouw ook alles als schade vanwege de voortreffelijkheid van de kennis van Christus Jezus, mijn Heere, om Wie ik dat alles als schade ervaren heb. En ik beschouw het als vuiligheid, opdat ik Christus mag winnen, en in Hem gevonden word, niet met mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door het geloof in Christus is, namelijk de rechtvaardigheid uit God door middel van het geloof. Filippenzen 3:4-9
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010.