Dit alles weten wij, zo uit de getuigenissen der Heilige Schrift, a
als ook uit hun werkingen, en voornamelijk uit degene, die wij in ons gevoelen.
De getuigenissen der Heilige Schrift, die ons leren deze Heilige Drievuldigheid te geloven,
zijn in vele plaatsen des Ouden Testaments beschreven;
welke niet van node is te tellen, maar alleen met onderscheid of oordeel uit te kiezen.
In Gen. 1:26-27, zegt God: Laat Ons mensen maken
naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis, enz.
En God schiep den mens naar Zijn beeld; man en vrouw schiep Hij ze.
Insgelijks Gen. 3:22: Ziet, de mens is geworden als Onzer één.
Daaruit blijkt, dat er meer dan één Persoon in de Godheid is,
als Hij zegt: Laat Ons mensen maken naar Ons beeld;
en Hij wijst daarna de enigheid aan, als Hij zegt: God schiep.
't Is wel waar, dat Hij niet zegt, hoeveel Personen dat er zijn;
maar hetgeen voor ons wat duister is in het Oude Testament,
dat is zeer klaar in het Nieuwe.
Want als onze Heere gedoopt werd in de Jordaan,
zo is de stem des Vaders gehoord geweest, zeggende:
Deze is Mijn geliefde Zoon;
de Zoon werd gezien in het water,
en de Heilige Geest openbaarde Zich in de gedaante van een duif. b
Ook mede is in den Doop aller gelovigen deze formule ingesteld door Christus:
Doopt al de volken in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes, Math. 28:19.
In het Evangelie van Lukas spreekt de engel Gabriël tot Maria, de moeder des Heeren, aldus:
De Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen;
daarom ook, dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden, Luk. 1:35.
Insgelijks 2 Kor. 13:13: De genade van den Heere Jezus Christus en de liefde Gods, en de gemeenschap des Heiligen Geestes zij met u;
1 Joh. 5:7: Drie zijn er Die getuigen in den hemel: de Vader, het Woord, en de Heilige Geest; en deze Drie zijn één.
In al deze plaatsen wordt ons ten volle geleerd,
dat er drie Personen zijn in een enig Goddelijk Wezen.
En hoewel deze leer de menselijke verstanden ver te boven gaat,
nochtans geloven wij die nu door het Woord,
verwachtende totdat wij de volkomen kennis en vrucht daarvan genieten zullen in den hemel.
Voorts staan ook aan te merken de bijzondere ambten
en werkingen dezer drie Personen te onswaarts:
de Vader is genaamd onze Schepper door Zijn kracht;
de Zoon is onze Zaligmaker en Verlosser door Zijn bloed;
de Heilige Geest is onze Heiligmaker door Zijn woning in onze harten. c
Deze leer van de Heilige Drievuldigheid is altijd beweerd
en onderhouden geweest bij de ware Kerk, van de tijden der apostelen af tot nu toe,
tegen de Joden, Mohammedanen, en enige valse Christenen en ketters,
als Marcion, Mani, Praxeas, Sabellius, Samosatenus, Arius, en andere diergelijken,
die met goed recht door de heilige vaders zijn veroordeeld geweest.
Overzulks nemen wij in dit stuk gaarne aan de drie geloofssommen,
namelijk der Apostelen, van Nicéa, en van Athanasius;
insgelijks hetgeen daarvan door de ouden in gelijkvormigheid met deze besloten is.
En Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een anderen Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid. Johannes 14:16
Maar wanneer de Trooster zal gekomen zijn, Dien Ik u zenden zal van den Vader, namelijk de Geest der waarheid, Die van den Vader uitgaat, Die zal van Mij getuigen. Johannes 15:26
Dezen Jezus heeft God opgewekt; waarvan wij allen getuigen zijn. Hij dan, door de rechter hand Gods verhoogd zijnde, en de belofte des Heiligen Geestes, ontvangen hebbende van den Vader, heeft dit uitgestort, dat gij nu ziet en hoort. Handelingen 2:32-33
Doch gijlieden zijt niet in het vlees, maar in den Geest, zo anders de Geest Gods in u woont. Maar zo iemand den Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe. Romeinen 8:9
En overmits gij kinderen zijt, zo heeft God den Geest Zijns Zoons uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader! Galaten 4:6
Den uitverkorenen naar de voorkennis van God den Vader, in de heiligmaking des Geestes, tot gehoorzaamheid en besprenging des bloeds van Jezus Christus; genade en vrede zij u vermenigvuldigd. 1 Petrus 1:2
Hieraan kennen wij, dat wij de kinderen Gods liefhebben, wanneer wij God liefhebben, en Zijn geboden bewaren. Want dit is de liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren; en Zijn geboden zijn niet zwaar. 1 Johannes 5:2-3
Indien wij de getuigenis der mensen aannemen, de getuigenis van God is meerder; want dit is de getuigenis van God, welke Hij van Zijn Zoon getuigd heeft. 1 Johannes 5:9
Maar geliefden, bouwt gij uzelven op uw allerheiligst geloof, biddende in den Heiligen Geest; Bewaart uzelven in de liefde Gods, verwachtende de barmhartigheid van onzen Heere Jezus Christus ten eeuwigen leven. Judas 1:20-21
Johannes aan de zeven Gemeenten, die in Azie zijn: genade zij u en vrede van Hem, Die is, en Die was, en Die komen zal; en van de zeven geesten, die voor Zijn troon zijn; En van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden, en de Overste der koningen der aarde. Hem, Die ons heeft liefgehad, en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed. Openbaring 1:4-5
En Jezus, gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen uit het water; en ziet, de hemelen werden Hem geopend, en hij zag den Geest Gods nederdalen, gelijk een duive, en op Hem komen. MattheĆ¼s 3:16
Maar wanneer de goedertierenheid van God, onzen Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is, Heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid, die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes; Denwelken Hij over ons rijkelijk heeft uitgegoten door Jezus Christus, onzen Zaligmaker. Titus 3:4-6
Hieraan kennen wij, dat wij in Hem blijven, en Hij in ons, omdat Hij ons van Zijn Geest gegeven heeft. En wij hebben het aanschouwd, en getuigen, dat de Vader Zijn Zoon gezonden heeft tot een Zaligmaker der wereld. 1 Johannes 4:13-14
Om deze oorzaak buig ik mijn knieen tot den Vader van onzen Heere Jezus Christus, Uit Welken al het geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt, Opdat Hij u geve, naar den rijkdom Zijner heerlijkheid, met kracht versterkt te worden door Zijn Geest in den inwendigen mens. Efeze 3:14-16
Doch gijlieden zijt niet in het vlees, maar in den Geest, zo anders de Geest Gods in u woont. Maar zo iemand den Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe. Romeinen 8:9
En de Geest zeide tot Filippus: Ga toe, en voeg u bij dezen wagen. Handelingen 8:29
Belangende Jezus van Nazareth, hoe Hem God gezalfd heeft met den Heiligen Geest en met kracht; Welke het land doorgegaan is, goeddoende, en genezende allen, die van den duivel overweldigd waren; want God was met Hem. Handelingen 10:38
En Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een anderen Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid. Johannes 14:16